Als beginnende pokerspelers is het verstandig om een aantal pokertermen uit je hoofd te leren, dit is niet zo zeer om interessant over te komen, maar vooral noodzakelijk als je een poker artikel leest, poker op de tv wil volgen of natuurlijk als poker wil gaan spelen.
Hoe zou jij bijvoorbeeld reageren als iemand vraagt om een straddle te doen van 6 keer de big blind?
Het poker jargon is zeer uitgebreid, op deze woordenlijst geven we je de belangrijkste definities die je als beginner echt moet kennen.
All-in – Een speler zet al zijn chips in. Als de speler all-in gaat voor de laatste bet-ronde kan het gebeuren dat andere spelers meer inzetten dan de speler die all-in gaat. In dat geval wordt er een twee pot gemaakt, de side-pot. Indien de speler die all-in gaat wint kan hij alleen de eerste pot winnen, en niet de side-pot.
Ante – Een inzet vooraf die alle spelers moeten doen, dit om de pot te spekken. Dit gebeurd meestal niet bij Texas Holdem.
Bad Beat Wanneer je toch verliest ondanks een sterke hand (voorbeeld: jij hebt AA, je tegenstander 22, en dan komt er een 2 op het board).
Betten – Gokken, het inzetten van chips.
Big Blind – De big blind is een inzet die gedaan moet worden voor het delen van de kaarten door de persoon die links zit van de small blind, of te wel twee links van de dealer-position.
Board – De kaarten die open op de tafel liggen, de flop + turn + river.
Buy-in – Het inschrijfgeld voor een toernooi.
Call – Hetzelfde bedrag inzetten als de voorgaande speler.
Check – Indien niemand heeft ingezet kan je checken, wel in het spel blijven, maar geen geld hoeven inzetten.
Chip – Fiche, het speelgeld.
Clubs – klaveren ♣
Coin flip – Een situatie waarin twee spelers ongeveer dezelfde kans hebben om te winnen, wanneer iemand all-in gaat.
Dealer De persoon die de kaarten uitdeelt. De dealer rouleert, links om. Bij toernooien en cash games wordt er vaak gebruik gemaakt van een vast dealer. Soms wordt het woord dealer ook gebruikt om de dealer-position aan te geven.
Dealer-Position De dealer-position veranderd na elke hand, dit heeft gevolgen voor de big blind en de small blind. De dealer-position is te herkennen aan de button.
Deck – De 52 kaarten van het kaartspel.
Deuce kaart met waarde 2.
Diamonds – ruiten ♦
Flop – De eerste drie gemeenschappelijke kaarten.
Flush – Vijf kaarten van hetzelfde soort (bijvoorbeeld vijf harten)
Fold – Passen, je kaarten weggooien.
Four of a Kind Vier gelijken
Full House – Twee paar en drie gelijken.
Hand – Jouw twee kaarten.
Hearts – Harten ♥
Kicker – Deze kaart maakt geen deel uit van de hand die je kan maken. Voorbeeld: jouw hand is A9, de hand van je tegenstander is A8. Dan win jij omdat jij de hoogste kicker hebt.
Limit – Poker variant waarbij de inzetten gelimiteerd zijn.
No Limit – Variant van poker waar de inzetten niet gelimiteerd zijn.
Off Suit – Kaarten van twee verschillende soorten (bijv. harten en schoppen).
Pair – Paar, twee gelijken.
Pocket Cards – De eerste twee kaarten die je in je hand krijgt tijdens poker.
Pocket Pair – Als je aan het begin van het spel een pair hebt in je hand.
Pot Limit – Een pokervariant waarbij de speler even veel kan betten als dat er in de pot zit.
Raise – Verhogen, meer inzetten dan de voorgaande speler.
Rake – Het percentage van de pot dat wordt ingehouden voor het casino/ de dealer voor de service.
Re-buy -Bij een toernooi de mogelijkheid om na het verliezen van al je chips opnieuw chips te kunnen kopen. Bij een cash game de mogelijkheid om na het verliezen van je geld stack, met nieuw geld te gaan spelen. Aan een re-buy zijn over het algemeen voorwaarden verbondem. Bij een toernooi kan je meestal alleen aan het begin van het toernooi een re-buy doen, en bij een cash game kan de re-buy een minimale waarde hebben.
River – Bij Texas Hold’em de vijfde, en laatste, kaart op de tafel.
Royal Flush – Aas – Heer – Vrouw – Boer – 10 van hetzelfde soort (bijv. allemaal harten).
Satellite – Kwalificatie toernooi
Set – Drie gelijken, ook wel Three of a Kind genoemd.
Small Blind – Verplichte inzet voor de speler die naast de dealer-position zit.
Spades – Schoppen ♠
Split Pot – Bij een gelijkspel wordt de pot eerlijk verdeeld over de winnende spelers.
Straight Een straat, 5 kaarten op een rij. De aas kan zowel laag als hoog tellen.
Straight Flush – Vijf kaarten opeenlopende volgorde van dezelfde kleur (bijv. schoppen 4-5-6-7-8)
Suit – Kaart soort/symbool (harten,schoppen,ruiten,klaveren)
Suited – Kaarten van hetzelfde soort/symbool.
Three of a Kind – Drie gelijken, ook wel een set genoemd.
Turn – Bij Texas Hold’em de vierde gezamenlijke kaart.